Saturday, November 30, 2013

Kunst en gebakken lucht (door de ogen van Huub Mous)

Ik lees met regelmaat de blog van Huub Mous (zie de bloglijst rechts). Het is op zich al een plezier om iets te lezen van iemand die graag schrijft, en als dat dan gaat over onderwerpen die mij ook raken dan wordt het plezier verdubbeld.

Meestal heb ik aan lezen genoeg, af en toe geef ik wel eens een reactie. Bij de recente post Mindmapping in the Dream Society werd ik ook weer geprikkeld een reactie te geven [was aldaar te lezen; na update van zijn blog lijken veel reacties verdwenen (feb 2015)]. Ik neem aan dat ik wel een klein stukje van de blogpost mag citeren:
"Welnu, als dat zo is, dan moet de vorm van ‘mindmappen’ die Kie Ellens bij de tentoonstelling Horizonnen heeft toegepast, wel het product van een zeer chaotische geest zijn. Volgens mij heeft hij met deze tentoonstelling het bewijs geleverd dat het fenomeen ‘gastcurator’ als modieuze tendens inmiddels zorgelijke trekken heeft aangenomen. De gastcurator is nu definitief een kunstenaar in het kwadraat geworden. Hij gedraagt zich als een goeroe wiens onnavolgbare gedachtespinsels door het museumpubliek als zoete koek worden geconsumeerd. Kunst is tegenwoordig alleen nog maar te verteren als het wordt gepresenteerd in een conceptueel kader van gebakken lucht. 
Daarnaast zie je het fenomeen opkomen van de literaire kunstkenner, die zich als kunst-explicator of gastcurator mag voordoen op tv of in het museum zelf. Het museumpubliek valt tegenwoordig in katzwijm voor wat Joost Zwagerman of Nico Dijkshoorn aan moois over kunst de te zeggen hebben. Kunst is alleen nog kunst als het met zalvende woorden tot ons komt. We hoeven het niet te snappen, we mogen het niets eens snappen, maar we moeten er wel een goed gevoel bij krijgen. Het moet ons een gevoel geven dat kunst intens goed is, omdat Joost Zwagerman zegt dat het goed is. In deze maalstroom van volksverlakkerij is de gastcurator zoiets als de laatste Schepper geworden. Hij zag dat het goed was en vervolgens voegt de kunst zich in Zijn scheppingsverhaal, als een nieuwe Genesis voor de kunst."
Verder verwijst de post naar een eerdere blogpost over gastcuratorschap getiteld De inflatie van de gastcurator. Ook zeer de moeite waard, vind ik. Want het is prettig om dit alles nu eens goed verwoord te horen uit een andere hoek dan die van (mede)kunstenaars.

Wel vrees ik dat we voorlopig maar beter kunnen wennen aan de gebakken luchten. Als iemand tekenen ziet dat het tij keert, dat de kunst zelf weer het primaat krijgt boven de verhalen eromheen, dat de kunstenaar weer belangrijker wordt dan de goeroe/curator...aarzel niet het mij te melden!

Tuesday, October 22, 2013

Monday, September 16, 2013

Cultureel ondernemerschap: de nieuwe kleren van de keizer

Via mijn huurbaas SLAK (stichting atelierbeheer Arnhem-Nijmegen) krijg ik vandaag de volgende uitnodiging:
"Being good in business is the most fascinating kind of art" (Andy Warhol)

Kom ook naar het symposium Figure THIS! over cultureel ondernemerschap op 27 september in het Arnhemse Posttheater. Een vol en inspirerend programma met workshops, sprekers, lezingen, debat en speedadviezen. Met onder anderen Hendrik Beerda, Arjan van den Born, Martijn Brugman, Paul de Bruijn, Bruno Doedens, Ineke Hans, Hanneke Hendrix, Bart Huydts, Oscar Kocken, Ruud van Meijel, Pascal Rietman, Erna aan de Stegge en Daniëlle Wanders. Wacht niet te lang met aanmelden! Dit kan tot 16 september via onderstaande link: http://www.arnhem.nl/Wonen_en_leven/Kunst_en_cultuur/Figure_THIS/Aanmelden

Zie ook de flyer in de bijlage.

Meer informatie over het programma vind je op www.arnhem.nl/figurethis. Graag tot ziens op 27 september!

De quote van Andy Warhol, waar de uitnodiging mee begint, says it all om in goed nederlands te blijven :-). De vertaling luidt:
Bill Gates is een interessantere kunstenaar dan Vincent van Gogh
Geachte lezers van deze blog, ik stel jullie de vraag waarom schoonheid (kunst) toch zo'n vies begrip is geworden in Nederland. Het zal niemand verwonderen dat ik zelden onder de indruk ben van Andy Warhols kunst, en nog veel minder van zijn denkbeelden. Kunst en zakendoen gaan soms prima samen, maar soms ook niet. Het zou Van Gogh vandaag de dag even slecht vergaan als 130 jaar geleden.
"Vincent, je moet ondernemen jongen. Gewoon maar wat schilderen, dat is passé. Je hebt een business plan nodig, en met crowd funding en branding kom je misschien in aanmerking voor een culture grant. Nee, nee wat je precies schildert is helemaal niet relevant, jongen. Het gaat om het culturele concept, liefst interactief, met zo veel mogelijk social media en community participation, you dig?"
Wat mij irriteert is dat de esthetiek en klassieke vaardigheden die nodig zijn in schilderkunst, tekenkunst en beeldhouwkunst op deze manier worden genegeerd en zelfs gekleineerd. Gelukkig weet iedereen die wel eens een kwast heeft geprobeerd te hanteren hoe moeilijk het is om te schilderen.

We stevenen, vind ik, met de eenzijdige omarming van cultureel ondernemerschap af op: "Kunst is entertainment". Daarover in volgende posts meer.

Saturday, February 23, 2013

Kunst is een speeltje van de rijken (Bert Kreuk en het Gemeentemuseum)

Eergisteren stond er in de NRC een interview met kunstverzamelaar Bert Kreuk (NRC donderdag 21 februari 2013, pag. 23). Het interview laat perfect zien hoe groot de invloed van rijke verzamelaars is op het museale beleid, de museale collectie EN op de geldende smaak over `Kunst'.  [toevoeging 2 maart: voor enige relativering zie de comments, mijn reactie hier betreft primair het beeld dat het interview geeft, de genoemde personen kunnen in werkelijkheid veel genuanceerder optreden, daar heb ik weinig informatie over. Maar zie ook zeker dit fragment uit de Mona Lisa Curse, en lees dit artikel op artlyst over de art market.]

Eerder op deze blog vermeldden we al de documentaire The Mona Lisa Curse van de vorig jaar overleden kunstcriticus Robert Hughes. Deze zegt in de documentaire:

What happens when they [rich collectors] start making choices for everyone else, by bringing the influence of their own taste into the museum?

Precies dit fenomeen komt naar voren in bovengenoemd interview. Het valt me sowieso op dat de NRC moderne kunst steevast oplepelt met lovende en kritiekloze sausjes. Kunstenaars en musea kunnen het zo gek niet maken, of de NRC vind het geweldig, tot nadenken stemmend, diepzinnig, vernieuwend, ... Ach ik kan het niet navertellen met een vergelijkbare journalistieke flair en vooral vocabulaire. [Er zijn wel NRC-columnisten die af en toe kritisch uithalen, zie bijv. deze column van Taco Börger].

Maar voor de goede lezer is bij dit interview een aparte kritische lijn niet nodig. De vermogende zakenman Kreuk mag meebepalen wat we in het Gemeentemuseum Den Haag aan hedendaagse kunst te zien krijgen, zo laat zich het artikel kort samenvatten. Zijn `samenwerking' met Benno Tempel (directeur Gemeentemuseum) wordt in treffende uitspraken duidelijk: de verzamelaar krijgt stevige invloed op wat er in het museum komt te hangen, in ruil daarvoor verwerft het museum op Kreuks kosten een aantal belangrijke (vooral erg dure) stukken. Laten we eens kijken hoe dit in zijn werk gaat, getuige het interview. [Ik vermeld enkele losse stukjes uit het interview, ervan uitgaande dat dit geen inbreuk betekent op het copyright].


Citaat 1: „In Nederland hebben musea de afgelopen twintig jaar nogal de boot gemist als het gaat om het tonen en aankopen van hedendaagse kunst”, zegt Benno Tempel. „Zij hadden moeite met de veranderende kunstwereld. Kijk naar Jeff Koons en Damien Hirst, die zijn door Nederlandse musea niet of pas veel te laat gekocht.” Kreuk: „En dat is nu precies het soort conceptuele kunst waarin ik mij in verdiept heb.” [De taalfout in de laatste zin is van de NRC.]


Citaat 2: „Het gaat mij om de boodschap die een kunstwerk uitdraagt”, zegt Kreuk. „Het hoeft niet alleen een mooi plaatje te zijn, de intentie is het belangrijkst. Een kunstwerk moet prikkelen, ontregelen. En het moet vooruitstrevend zijn. Bij alle aankopen die ik doe, vraag ik mij af: doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?”

In citaat 2 zien we hoe sterk de persoonlijke mening van Kreuk een rol speelt. Met de vraag `doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?' lijkt het verschil tussen kunst en mode te verdwijnen. Immers, de stap naar `doet dit er over een half jaar nog steeds toe?' is dichtbij. Vijf jaar! Weet Kreuk wel hoe lang het duurde voordat Van Gogh een beetje erkenning kreeg? Misschien moeten we niet al te veel kunstkennis bij hem verwachten:


Citaat 3: Als kunstverzamelaar is hij autodidact, vertelt Kreuk. Hij komt niet uit een artistiek nest, was altijd met zijn bedrijf bezig. Toch heeft hij nooit de behoefte gehad zich door kunstexperts te laten adviseren. „Het is míjn collectie. Ik laat me ook niet leiden door dealers die zeggen: dit móét je kopen. Ik ga vooral op mijn instinct af. Noem het een gut feeling. Ik kan binnen vijf seconden zeggen of iets authentiek is of niet. Dat is voor mij het criterium. Ik moet een kunstwerk niet kunnen associëren met een andere kunstenaar. Dan koop ik het niet.”

Eens even kijken waar we nu zijn. Een in de kunst ongeschoolde zakenman, die binnen 5 seconden oordeelt over de artistieke waarde van een kunstwerk, is een serieuze artistiek-inhoudelijke partner van het Gemeentemuseum Den Haag. Waarom zouden we een dergelijke constructie niet ook invoeren op de universiteiten? Misschien heeft Kreuk ook wel erg goeie ideeën over welke natuurkundige theorie subsidie verdient, en welke niet. Hij kan dat vast binnen 5 seconden met een gut feeling vaststellen (GUT= Grand Unified Theory, in de natuurkunde). En welke universiteit zal zijn geld afslaan, alleen om de banale reden dat Kreuk geen natuurkundige is? Tenslotte zitten natuurkundigen er ook regelmatig naast met hun theorieën.

Het failliet van het postmodernisme (passend geïllustreerd door de werken van Hirst en Koons) is in mijn ogen mede te danken aan de invloed van puissant rijke zakenmensen. Hun  specialismen: geld, markt, mode, verkoop, indruk maken en invloed uitoefenen. Deze wereld staat haaks op de wereld van veel kunstenaars, die veelal met levenskwesties, esthetiek, maatschappij, spiritualiteit bezig zijn. Zo niet de meest `succesvolle' kunstenaars zoals Hirst en Koons. Die passen perfect bij de wereld van de rijke zakenlui. Hirst heeft meen ik zelfs uitgesproken dat zijn echte kunst het verkopen van zijn werk is.

Het zal duidelijk zijn dat 1 puissant rijke verzamelaar wel 100 kunstenaars financieel succesvol kan maken, puur door hun werk te kopen en te promoten. Daarmee worden ze ook kunstenaars met inhoudelijk aanzien, want museumdirecteuren en veilinghuizen en kunstadviseurs gaan mee met de vermogende verzamelaars. Om de eenvoudige reden dat zij hier zelf garen bij spinnen.


Citaat 4. Als een ware ambassadeur zal hij ‘zijn’ kunstenaars promoten. „Zo heb ik Benno Tempel weer enthousiast gemaakt voor Mark Bradford”, lacht Kreuk. Ook wees hij de museumdirecteur op het werk Recollection Hysteria (2012) van de Amerikaanse Kaari Upson, een gekantelde woonkamer uitgevoerd in vleeskleurig latex die perfect zou passen in het Gemeentemuseum. (...) [ik laat enkele zinnen weg] Kreuk: „Het is een echt museaal stuk. Bij mij thuis zou zoiets nooit passen. Ik heb het specifiek voor het Gemeentemuseum gekocht.”

Het wekt nu ook geen verwondering meer dat de collectie van Kreuk van 8 juni tot 29 september as. een expositie krijgt in het Gemeentemuseum, met Kreuk als gastconservator. De samenwerking floreert, en de NRC ziet al jaren geen reden om vraagtekens te plaatsen bij de invloed van marktmechanismen en het grote geld op de heersende kunstnormen. Het laatste is misschien niet onlogisch, als je bedenkt dat de NRC toch de meervermogenden als doelgoep heeft. Kunst is een leuk speeltje voor de rijken, het museum is een van de vele vormen van entertainment voor mensen met genoeg geld om de toegang te kunnen betalen.

De nieuwe kleren van de keizer blijven kortom actueel. In tegenstelling tot het sprookje blijken deze kleren verrassend lang mee te gaan. Het is gewoon niet leuk als iemand gaat roepen: `maar hij is naakt!', en daarom laten we dat aan de volgende generaties over.


Citaat 5. Inmiddels heeft Kreuk zijn zinnen gezet op een sculptuur van de Canadese kunstenaar David Altmejd. Hij heeft er al een optie op genomen, maar moet binnen een week beslissen. Benno Tempel ziet de aankoop in ieder geval wel zitten. „Dat beeld zou ontzettend mooi aansluiten op het New Babylon-project van Constant uit onze collectie. Ik zie de combinatie al helemaal voor me.”

Tenslotte dan een relativerende noot op mijn eigen kritiek. Het is altijd zo geweest dat kunst, wetenschap en noem maar op voor een belangrijk deel bepaald worden door de rijken en machtigen der aarde (al is er wel verschil tussen de traditionele mecenas en de hedendaagse rijke verzamelaars die invloed willen uitoefenen). Het heeft ook mooie dingen opgeleverd. Toch is het voor mij als kunstenaar af en toe ontluisterend om te zien hoe er wordt omgesprongen met een van de fundamentele menselijke zieleroerselen: beeldende kunst en vormgeving.

Dat de kunstenaars zelf als groep nauwelijks meetellen in de circuits die bepalen wat kunst is en wat niet, is daar een voorbeeld van. Eén troost biedt de geschiedenis gelukkig wel. De kunstenaars die zich wars van korte-termijn modegrillen wijden aan fundamentele esthetiek en de grote vragen van het bestaan, komen altijd een keer bovendrijven. Al moeten ze daar af en toe wel eeuwen op wachten. De vraag of die kunstenaars er over vijf jaar nog toe doen laat ik graag aan Bert Kreuk over.