Showing posts with label Damien Hirst. Show all posts
Showing posts with label Damien Hirst. Show all posts

Saturday, February 23, 2013

Kunst is een speeltje van de rijken (Bert Kreuk en het Gemeentemuseum)

Eergisteren stond er in de NRC een interview met kunstverzamelaar Bert Kreuk (NRC donderdag 21 februari 2013, pag. 23). Het interview laat perfect zien hoe groot de invloed van rijke verzamelaars is op het museale beleid, de museale collectie EN op de geldende smaak over `Kunst'.  [toevoeging 2 maart: voor enige relativering zie de comments, mijn reactie hier betreft primair het beeld dat het interview geeft, de genoemde personen kunnen in werkelijkheid veel genuanceerder optreden, daar heb ik weinig informatie over. Maar zie ook zeker dit fragment uit de Mona Lisa Curse, en lees dit artikel op artlyst over de art market.]

Eerder op deze blog vermeldden we al de documentaire The Mona Lisa Curse van de vorig jaar overleden kunstcriticus Robert Hughes. Deze zegt in de documentaire:

What happens when they [rich collectors] start making choices for everyone else, by bringing the influence of their own taste into the museum?

Precies dit fenomeen komt naar voren in bovengenoemd interview. Het valt me sowieso op dat de NRC moderne kunst steevast oplepelt met lovende en kritiekloze sausjes. Kunstenaars en musea kunnen het zo gek niet maken, of de NRC vind het geweldig, tot nadenken stemmend, diepzinnig, vernieuwend, ... Ach ik kan het niet navertellen met een vergelijkbare journalistieke flair en vooral vocabulaire. [Er zijn wel NRC-columnisten die af en toe kritisch uithalen, zie bijv. deze column van Taco Börger].

Maar voor de goede lezer is bij dit interview een aparte kritische lijn niet nodig. De vermogende zakenman Kreuk mag meebepalen wat we in het Gemeentemuseum Den Haag aan hedendaagse kunst te zien krijgen, zo laat zich het artikel kort samenvatten. Zijn `samenwerking' met Benno Tempel (directeur Gemeentemuseum) wordt in treffende uitspraken duidelijk: de verzamelaar krijgt stevige invloed op wat er in het museum komt te hangen, in ruil daarvoor verwerft het museum op Kreuks kosten een aantal belangrijke (vooral erg dure) stukken. Laten we eens kijken hoe dit in zijn werk gaat, getuige het interview. [Ik vermeld enkele losse stukjes uit het interview, ervan uitgaande dat dit geen inbreuk betekent op het copyright].


Citaat 1: „In Nederland hebben musea de afgelopen twintig jaar nogal de boot gemist als het gaat om het tonen en aankopen van hedendaagse kunst”, zegt Benno Tempel. „Zij hadden moeite met de veranderende kunstwereld. Kijk naar Jeff Koons en Damien Hirst, die zijn door Nederlandse musea niet of pas veel te laat gekocht.” Kreuk: „En dat is nu precies het soort conceptuele kunst waarin ik mij in verdiept heb.” [De taalfout in de laatste zin is van de NRC.]


Citaat 2: „Het gaat mij om de boodschap die een kunstwerk uitdraagt”, zegt Kreuk. „Het hoeft niet alleen een mooi plaatje te zijn, de intentie is het belangrijkst. Een kunstwerk moet prikkelen, ontregelen. En het moet vooruitstrevend zijn. Bij alle aankopen die ik doe, vraag ik mij af: doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?”

In citaat 2 zien we hoe sterk de persoonlijke mening van Kreuk een rol speelt. Met de vraag `doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?' lijkt het verschil tussen kunst en mode te verdwijnen. Immers, de stap naar `doet dit er over een half jaar nog steeds toe?' is dichtbij. Vijf jaar! Weet Kreuk wel hoe lang het duurde voordat Van Gogh een beetje erkenning kreeg? Misschien moeten we niet al te veel kunstkennis bij hem verwachten:


Citaat 3: Als kunstverzamelaar is hij autodidact, vertelt Kreuk. Hij komt niet uit een artistiek nest, was altijd met zijn bedrijf bezig. Toch heeft hij nooit de behoefte gehad zich door kunstexperts te laten adviseren. „Het is míjn collectie. Ik laat me ook niet leiden door dealers die zeggen: dit móét je kopen. Ik ga vooral op mijn instinct af. Noem het een gut feeling. Ik kan binnen vijf seconden zeggen of iets authentiek is of niet. Dat is voor mij het criterium. Ik moet een kunstwerk niet kunnen associëren met een andere kunstenaar. Dan koop ik het niet.”

Eens even kijken waar we nu zijn. Een in de kunst ongeschoolde zakenman, die binnen 5 seconden oordeelt over de artistieke waarde van een kunstwerk, is een serieuze artistiek-inhoudelijke partner van het Gemeentemuseum Den Haag. Waarom zouden we een dergelijke constructie niet ook invoeren op de universiteiten? Misschien heeft Kreuk ook wel erg goeie ideeën over welke natuurkundige theorie subsidie verdient, en welke niet. Hij kan dat vast binnen 5 seconden met een gut feeling vaststellen (GUT= Grand Unified Theory, in de natuurkunde). En welke universiteit zal zijn geld afslaan, alleen om de banale reden dat Kreuk geen natuurkundige is? Tenslotte zitten natuurkundigen er ook regelmatig naast met hun theorieën.

Het failliet van het postmodernisme (passend geïllustreerd door de werken van Hirst en Koons) is in mijn ogen mede te danken aan de invloed van puissant rijke zakenmensen. Hun  specialismen: geld, markt, mode, verkoop, indruk maken en invloed uitoefenen. Deze wereld staat haaks op de wereld van veel kunstenaars, die veelal met levenskwesties, esthetiek, maatschappij, spiritualiteit bezig zijn. Zo niet de meest `succesvolle' kunstenaars zoals Hirst en Koons. Die passen perfect bij de wereld van de rijke zakenlui. Hirst heeft meen ik zelfs uitgesproken dat zijn echte kunst het verkopen van zijn werk is.

Het zal duidelijk zijn dat 1 puissant rijke verzamelaar wel 100 kunstenaars financieel succesvol kan maken, puur door hun werk te kopen en te promoten. Daarmee worden ze ook kunstenaars met inhoudelijk aanzien, want museumdirecteuren en veilinghuizen en kunstadviseurs gaan mee met de vermogende verzamelaars. Om de eenvoudige reden dat zij hier zelf garen bij spinnen.


Citaat 4. Als een ware ambassadeur zal hij ‘zijn’ kunstenaars promoten. „Zo heb ik Benno Tempel weer enthousiast gemaakt voor Mark Bradford”, lacht Kreuk. Ook wees hij de museumdirecteur op het werk Recollection Hysteria (2012) van de Amerikaanse Kaari Upson, een gekantelde woonkamer uitgevoerd in vleeskleurig latex die perfect zou passen in het Gemeentemuseum. (...) [ik laat enkele zinnen weg] Kreuk: „Het is een echt museaal stuk. Bij mij thuis zou zoiets nooit passen. Ik heb het specifiek voor het Gemeentemuseum gekocht.”

Het wekt nu ook geen verwondering meer dat de collectie van Kreuk van 8 juni tot 29 september as. een expositie krijgt in het Gemeentemuseum, met Kreuk als gastconservator. De samenwerking floreert, en de NRC ziet al jaren geen reden om vraagtekens te plaatsen bij de invloed van marktmechanismen en het grote geld op de heersende kunstnormen. Het laatste is misschien niet onlogisch, als je bedenkt dat de NRC toch de meervermogenden als doelgoep heeft. Kunst is een leuk speeltje voor de rijken, het museum is een van de vele vormen van entertainment voor mensen met genoeg geld om de toegang te kunnen betalen.

De nieuwe kleren van de keizer blijven kortom actueel. In tegenstelling tot het sprookje blijken deze kleren verrassend lang mee te gaan. Het is gewoon niet leuk als iemand gaat roepen: `maar hij is naakt!', en daarom laten we dat aan de volgende generaties over.


Citaat 5. Inmiddels heeft Kreuk zijn zinnen gezet op een sculptuur van de Canadese kunstenaar David Altmejd. Hij heeft er al een optie op genomen, maar moet binnen een week beslissen. Benno Tempel ziet de aankoop in ieder geval wel zitten. „Dat beeld zou ontzettend mooi aansluiten op het New Babylon-project van Constant uit onze collectie. Ik zie de combinatie al helemaal voor me.”

Tenslotte dan een relativerende noot op mijn eigen kritiek. Het is altijd zo geweest dat kunst, wetenschap en noem maar op voor een belangrijk deel bepaald worden door de rijken en machtigen der aarde (al is er wel verschil tussen de traditionele mecenas en de hedendaagse rijke verzamelaars die invloed willen uitoefenen). Het heeft ook mooie dingen opgeleverd. Toch is het voor mij als kunstenaar af en toe ontluisterend om te zien hoe er wordt omgesprongen met een van de fundamentele menselijke zieleroerselen: beeldende kunst en vormgeving.

Dat de kunstenaars zelf als groep nauwelijks meetellen in de circuits die bepalen wat kunst is en wat niet, is daar een voorbeeld van. Eén troost biedt de geschiedenis gelukkig wel. De kunstenaars die zich wars van korte-termijn modegrillen wijden aan fundamentele esthetiek en de grote vragen van het bestaan, komen altijd een keer bovendrijven. Al moeten ze daar af en toe wel eeuwen op wachten. De vraag of die kunstenaars er over vijf jaar nog toe doen laat ik graag aan Bert Kreuk over.

Tuesday, November 24, 2009

Verslag 17 november deel 2

Vervolg op `thematiek': als voorbeeld bekijken we een aantal beroemde kunstwerken, om iets van de thematiek te achterhalen. We beginnen met het hoofdthema de dood. We zagen al dat Damien Hirst gefascineerd is door het thema `dood' en `vergankelijkheid'. Hoewel Hirst geldt als een vernieuwende en moderne kunstenaar, zijn deze thema's al heel oud in de beeldende kunst.

hermann tom ring, triomf van de dood (middenpaneel)
Hermann tom Ring, de triomf van de Dood (middenpaneel van drieluik, klik met rechtermuisknop op `view image' voor een vergroting), ± 1550, te zien in het Museum Catharijneconvent in Utrecht.

Bijzonder aan dit schilderij: waar je ook in de ruimte ervoor gaat staan, altijd kijkt de Dood je recht aan, en is zijn boog recht op je gericht. Dit wordt bereikt door een perspectivistische truc: de boog en de snaar van de boog vormen 1 lijn, zodat je de snaar van de boog niet ziet. (Dat kun je makkelijk plat schilderen). Maar dat gebeurt in het echt alleen wanneer de boog recht op je gericht is.

In dit schilderij confronteert de kunstenaar de toeschouwer dus ook met diens eigen dood, naast de dood van de geportretteerde mensen, die afhankelijk van hun leefwijze naar hemel of hel worden afgevoerd...(wat weer een link is met het thema `religie').

giacomo borlone de buschis, triomf van de dood (detail van fresco in clusone))
Giacomo Borlone de Buschis, de triomf van de Dood ±1480 (detail van fresco in Clusone, klik voor het hele fresco op de afbeelding, klik met rechtermuisknop op `view image' voor een vergroting)

We zien dat iedereen gelijk is voor de dood, ook de rijken en machtigen der aarde, hoewel die proberen hun rijkdom te gebruiken om de Dood over te halen hen te sparen. Dit is weer een link met het thema `maatschappijkritiek'.

michelangelo buonarotti, pietà
Michelangelo Buonarotti, la pietà (te zien in de St. Pieter in Rome, klik met rechtermuisknop op `view image' voor een vergroting), 1499

Michelangelo verbeeldt -los van de religieuze voorstelling- ook duidelijk voelbaar het verdriet van de achterblijvenden wanneer een geliefde overlijdt.

pieter breughel de oude, de triomf van de dood
Pieter Bruegel de Oude, de triomf van de Dood (te zien in het Prado, Madrid), klik met rechtermuisknop op `view image' voor een vergroting), ±1562

Harmjan vertelt dat hij wel eens een nacht wakker heeft gelegen van dit schilderij. Hij wijst op de enorm effectieve `kale' schilderwijze waarin de verschrikkingen worden weergegeven. Belangrijke inspiratiebron van Pieter Bruegel was (de oudere) Jeroen Bosch:

hieronymus bosch, christus draagt het kruis
Jeroen Bosch, de kruisdraging (te zien in Gent, Museum voor Schone Kunsten), klik met rechtermuisknop op `view image' voor een vergroting), ±1520

Behalve `religie' is dit schilderij ook te zien als maatschappijkritiek. De geportretteerden dragen (voor de tijdgenoten van Bosch) `eigentijdse' kledij - vergelijkbaar met het schilderen nu van eenzelfde voorstelling waarbij iedereen in spijkerbroek en moderne schoenen/... is gekleed. En iedereen is vooral met elkaar en met eigenbelang bezig, niemand heeft aandacht voor Christus. Er zit een bepaald soort eenzaamheid in de figuur van Christus, ook een universeel thema in de beeldende kunst...

Harmjan merkt op dat de compositie enorm dynamisch is, zeer modern eigenlijk en ook ruimtelijk gezien onmogelijk. Net als Frank moet hij bij dit werk onmiddellijk denken aan werk van James Ensor. Frank denkt aan onderstaand werk:

james ensor, zelfportret met maskers
James Ensor, Zelfportret met maskers, 1899

Ook hierin zit een bepaalde maatschappijkritiek: iedereen draagt een masker, niemand is `echt'. Behalve de kunstenaar? Of wil de kunstenaar laten zien dat hij/wij allemaal wel onszelf zonder masker zien, en dat daarin eenzaamheid is gelegen?

Tenslotte nog een beroemd schilderij van Goya:

goya, shootings may 3
Francisco de Goya, de executies van 3 mei 1808 (1814, te zien in het Prado in Madrid)

Dit schilderij wordt wel gezien als een van de eerste `moderne' schilderijen. Het is een rechtstreekse aanklacht tegen de verschrikkingen van de oorlog (maatschappijkritiek). Goya maakte hierover ook zijn beroemde serie etsen los Desastres de la Guerra (`de verschrikkingen van de oorlog', die we ook vorig jaar al bespraken).

Friday, October 9, 2009

kort verslag 6 oktober deel 1 (verhaal en inspiratiebronnen)

Op 6 oktober was afgesproken iets aan `inspiratiebronnen' te doen. Paul en Marijke zouden hier vooraf aandacht aan besteden, helaas ging dit door ziekte van Marijke niet door.

Vandaar toch maar weer een losse bespreking van kunstenaars en kunstwerken (die wel geselecteerd waren met `inspiratiebronnen' als uitgangspunt). De bedoeling van de plaatjes is om te laten zien dat veel kunstenaars geïnspireerd zijn door voorgangers.

Soms leidt dit tot het maken van een nieuwe versie van een ouder kunstwerk. De voorbeelden laten zien dat deze nieuwe versies toch weer een heel ander verhaal vertellen.

We beginnen met een modern kunstenaar: Damien Hirst, en kijken of we zijn inspiratiebronnen kunnen vinden. Vervolgens kijken we wat de inspiratiebronnen van die inspiratiebronnen zijn, enzovoort.


*******
Damien Hirst: geïnspireerd door het thema `dood', `vergankelijkheid'. Hirst werkte als student een tijd lang in een mortuarium.

damien hirst, for the love of god
Damien Hirst, For the Love of God

damien hirst, the physical impossibility of death in the mind of someone living
Damien Hirst, The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living

(en een persiflage ervan op recreate a famous work of art:
damien hirst persiflage, the physical impossibility of death in the mind of someone living
)

Een belangrijke inspiratiebron voor Hirst was ook het conceptuele kunstwerk An Oak Tree:

craig-mArtin, an oak tree
Michael Craig-Martin, An Oak Tree

Het bestaat uit een glas water op een glazen plankje, met daaronder een tekst die uitgebreid beschrijft waarom dit kunstwerk eigenlijk een eikenboom is. Hirst zegt dat hij zeer geraakt was door dit kunstwerk, en het nog steeds niet uit zijn hoofd kan krijgen.

Naar aanleiding hiervan vraagt Jos zich telkenmale af: `hoe komen ze ermee weg?'.

We bespreken de belangrijke invloed van conceptuele kunst in de hedendaagse kunst- en vormgevingswereld.

Bij conceptuele kunst staat `het concept' voorop, en is de technische uitvoering van het concept in feite van ondergeschikt belang. Dat zie je ook aan de haaientank van Hirst, die al snel ging lekken en waar allerlei technische problemen mee zijn. Hirst laat ook `zijn' schilderijen door anderen schilderen `omdat ik daar toch niet mijn tijd aan kan verspillen'. Hirst en een aantal andere succesvolle conceptuele kunstenaars hebben een klein legertje in dienst om hun kunstwerken daadwerkelijk te vervaardigen.

########

Frank geeft een voorbeeld. Jullie zijn een bedrijf op het gebied van milieuvriendelijke goederen en biologisch voedsel. Jullie geven mij een opdracht om een representatief kunstwerk te maken voor jullie ontvangsthal. Na 6 maanden kom ik terug met als opdrachtresultaat een witgeschilderd blokje hout. Wat is jullie reactie?

(wordt vervolgd)

Tuesday, March 10, 2009

verslag 9 maart (aanvullingen welkom)

De lessen hebben de vorm van een rondetafelgesprek. Op 9 maart onder andere besproken:


- 2 werken van Damien Hirst, en een persiflage

- het verschil tussen een kunstenaar als Vincent van Gogh en Damien Hirst. Van Gogh werkt volledig van binnenuit (binnenwereld) en trekt zich weinig aan van wat de buitenwereld ervan vindt. Hirst speelt juist met de reacties van de buitenwereld en zegt dat dat zijn kunst bepaalt.

- waardering van kunst, waarde van kunst. Wat doe je als een galerie je €10.000 biedt voor een schilderij dat je zelf helemaal mislukt vindt? [antwoord van jonathan: het voor €2 verkopen. Met als boodschap: jij wilt het kopen, dat is goed, maar ik vind het mislukt. Die boodschap wordt weer een onderdeel van het verhaal dat aan het kunstwerk kleeft, dat erbij hoort of misschien wel onderdeel is van het kunstwerk]. Hoe voelt het als iemand je werk begrijpt / niet begrijpt? Wie bepaalt wat en hoeveel een schilderij of een tekening waard is?

- soms heb je uitleg nodig, communicatie, een kijkje in de binnenwereld van een kunstenaar om haar/zijn kunst te kunnen begrijpen. Van Gogh beschreef het als rook die uit een schoorsteen komt, terwijl binnen een fel vuur brandt dat men niet kan zien.

- wanneer vind je iets dat je gemaakt hebt `goed' of `geslaagd'? Een kunstenaar heeft ook te maken met het (voor)oordeel van anderen, omdat we het werk blijkbaar niet alleen maar voor onszelf maken. We willen het op de een of andere manier delen met anderen. Voor sommigen zoals Hirst zit de kunst zelfs voor een belangrijk deel in de reacties van anderen.

- maar de buitenwereld weet vaak niet goed wat `men' ervan moet vinden. Vaak is er een kleine groep `experts' die bepalen of iets `goed' is, `waardevol' enzovoorts. De rest van de buitenwereld volgt dan die groep. Ook als kunstenaar krijg je te maken met kleine groepen / commissies / ... die bepalen of je werk `goed genoeg' is om in aanmerking te komen voor bijv. expositie, subsidie, aankoop...

- zou iedere kunstenaar een basisinkomen moeten krijgen? Vroeger was er de BKR-regeling, maar is het niet beter om het aan `de markt' over te laten?

- allerlei voorbeelden: iemand als Chaim Soutine die eerst willekeurig welk schilderij verkocht om te kunnen leven, en later toen hij meer geld had ze weer terug probeerde te kopen om ze te kunnen vernietigen. Maurits Escher die pas ruim na zijn 50e van zijn werk kon leven. In het boek `Of Human Bondage' van Somerset Maugham komt een schilder voor die van al zijn schilderijen alleen het beste stukje uitsnijdt en bewaart.