Vervolgd van deel 1:
Zo komen op de vraag welk soort werk we eigenlijk willen maken, welk soort werk we durven te maken en welk soort werk we durven te laten zien. Ook het `afwijkende' van CocoRosie sluit goed aan op de thematiek van de afgelopen lessen. We komen daar via een schema op terug:
schema 6: `normaal' en `niet normaal' (klik met rechtermuisknop op view image voor een vergroting)
We hebben het schema op 15 december ook al een beetje besproken. Waar het om gaat is dat in de buitenwereld er vaak een vaag gedefinieerd gebied als `normaal' wordt ervaren. Volgens Frank is zeker in Nederland de onuitgesproken druk vrij groot om `gewoon' te doen, `normaal' te doen.
Dit begint al met wat onze directe persoonlijke omgeving van ons en ons werk vindt. Het kan lastig zijn om van de verwachtingen en beelden van die omgeving (met name familie) los te komen, en een eigen pad te kiezen. Sommigen herkennen dit wel, en geven aan dat ze voor hun omgeving ander werk maken dan datgene wat ze echt fascineert.
Dit heeft te maken met (persoonlijke of professionele) waardering, waar de meesten van ons behoefte aan hebben. Die waardering is vaak het makkelijkst, wanneer we maar binnen dat veilige `normale' gebied blijven.
Maar juist in de kunstenwereld geldt dat vernieuwing, verdieping, ontstijging aan het cliché, meestal komt van buiten dat vaag gedefinieerde `normale' gebied.
*******
Het kan zijn dat je je gaat aanpassen aan wat er van je verwacht/gehoopt wordt, terwijl je diep van binnen iets anders wilt. Wat bijvoorbeeld als je inderdaad pornografisch werk wilt maken, of zeer gewelddadige beelden wilt scheppen? - uit wat voor motieven dan ook. Of werk wat om een andere reden buiten het `gewone' valt?
Laat je je dan tegenhouden door de druk vanuit de buitenwereld? Frank geeft aan dat je ook ervoor kunt kiezen om bepaald werk wel te maken, maar niet te laten zien, of aan een zorgvuldig gekozen publiek. En je kan ook onder een andere naam werk laten zien, of anoniem.
Het punt is hierbij dat je zelf erover kan nadenken welk publiek je wil bereiken, op welke manier (podium), en onder welke naam (je eigen naam, een pseudonym of anoniem). Door je bewust te worden van het feit dat de maatschappij je -vaak onbewust- een druk oplegt om je aan te passen aan gangbare normen, kun je misschien ook makkelijker jezelf daarvan losmaken -mocht je dat willen.
Misschien wil je er zelfs mee gaan spelen, en met je thematiek en publiek gaan experimenteren, zoals een aantal moderne kunstenaars doen.
&&&&&&
Het bovenstaande is niet voor iedereen even relevant, voor velen zal gelden dat het werk dat ze graag maken wel redelijk aansluit bij wat de maatschappij verwacht en waardeert. Dan nog is begrip en kennis van andere `niet-normale' posities vaak wel een verrijking, vindt Frank. We komen hier in de volgende lessen met beeldmateriaal op terug.
Showing posts with label podium en publiek. Show all posts
Showing posts with label podium en publiek. Show all posts
Monday, January 11, 2010
Verslag 5 januari deel 1
Op 5 januari gaf Malou een uitgebreide en heldere presentatie (wegens beperkte energie mijnerzijds alleen een beknopt verslag).
Egon Schiele, zittende vrouw, 1917
Malou begint bij Egon Schiele. Bovenstaande tekening spreekt Malou op een bijzondere manier aan, omdat het voor haar weergeeft hoe zij zichzelf zou willen portretteren / geportretteerd zien; precies die houding is wat bij haar past.
Vervolgens kijken en luisteren we naar CocoRosie, een `freak folk' groep die volgens Malou ook heel duidelijk verwijst naar de kindertijd als diepe bron van inspiratie. Je ziet kinderinstrumenten, een wonderlijke kinderfantasie-achtig optreden met aparte make-up, schmink, en kleding, en ook een vreemde mix van aparte instrumenten uit andere culturen. [Marijke heeft de hele VPRO uitzending thuis, en zal daar wellicht nog meer van laten zien in 1 van haar lessen].
CocoRosie, Black Rainbow
Het zoeken naar de inspiratie die we als kinderen hadden, waarin geen combinaties op voorhand te vreemd waren, is iets dat Malou erg aanspreekt. [Het is ook in de beeldende kunst een belangrijke inspiratiebron geweest voor moderne kunstenaars, daar komen we hopelijk nog op terug].
Tenslotte presenteert Malou als `moeilijk toegankelijk' nog werk van Hermann Nitsch:
Hermann Nitsch, kruisiging (?precieze titel mij onbekend), publieke performance
Malou heeft een dubbel gevoel bij zijn werk, afstoting-aantrekking tegelijkertijd. Ze vindt het werk shockerend, en kan slecht tegen al dat bloed, en aan de andere kant fascineert het haar toch, en wordt ze haast gedwongen te kijken. Je wordt als toeschouwer eigenlijk gemanipuleerd door de kunstenaar, volgens Frank, en dat is juist onderdeel van het kunstwerk. Overigens denkt Frank in dit beeld ook een verwijzing te zien naar schilderijen van Francis Bacon.
Frank zegt zelf ouderwets te zijn, en vaak moeite te hebben met kunst die niet direct tastbaar is. Maar er is wel een duidelijke verschuiving in de moderne kunst, namelijk dat veel kunstenaars de interactie met publiek zoeken, en dat hun kunst eigenlijk bestaat uit die interactie. Marijke voegt daaraan toe dat de kunstenaar zelf ook het kunstwerk wordt.
&&&&&&&
Over shockerend werk gesproken: ook Egon Schiele heeft zeer sexueel confronterend, haast pornografisch werk gemaakt. Zo komen op de vraag welk soort werk we eigenlijk willen maken, welk soort werk we durven te maken en welk soort werk we durven te laten zien. Ook het `afwijkende' van CocoRosie sluit goed aan op de thematiek van de afgelopen lessen. We komen daar via een schema weer op terug.
[wordt vervolgd]
Egon Schiele, zittende vrouw, 1917
Malou begint bij Egon Schiele. Bovenstaande tekening spreekt Malou op een bijzondere manier aan, omdat het voor haar weergeeft hoe zij zichzelf zou willen portretteren / geportretteerd zien; precies die houding is wat bij haar past.
Vervolgens kijken en luisteren we naar CocoRosie, een `freak folk' groep die volgens Malou ook heel duidelijk verwijst naar de kindertijd als diepe bron van inspiratie. Je ziet kinderinstrumenten, een wonderlijke kinderfantasie-achtig optreden met aparte make-up, schmink, en kleding, en ook een vreemde mix van aparte instrumenten uit andere culturen. [Marijke heeft de hele VPRO uitzending thuis, en zal daar wellicht nog meer van laten zien in 1 van haar lessen].
CocoRosie, Black Rainbow
Het zoeken naar de inspiratie die we als kinderen hadden, waarin geen combinaties op voorhand te vreemd waren, is iets dat Malou erg aanspreekt. [Het is ook in de beeldende kunst een belangrijke inspiratiebron geweest voor moderne kunstenaars, daar komen we hopelijk nog op terug].
Tenslotte presenteert Malou als `moeilijk toegankelijk' nog werk van Hermann Nitsch:
Hermann Nitsch, kruisiging (?precieze titel mij onbekend), publieke performance
Malou heeft een dubbel gevoel bij zijn werk, afstoting-aantrekking tegelijkertijd. Ze vindt het werk shockerend, en kan slecht tegen al dat bloed, en aan de andere kant fascineert het haar toch, en wordt ze haast gedwongen te kijken. Je wordt als toeschouwer eigenlijk gemanipuleerd door de kunstenaar, volgens Frank, en dat is juist onderdeel van het kunstwerk. Overigens denkt Frank in dit beeld ook een verwijzing te zien naar schilderijen van Francis Bacon.
Frank zegt zelf ouderwets te zijn, en vaak moeite te hebben met kunst die niet direct tastbaar is. Maar er is wel een duidelijke verschuiving in de moderne kunst, namelijk dat veel kunstenaars de interactie met publiek zoeken, en dat hun kunst eigenlijk bestaat uit die interactie. Marijke voegt daaraan toe dat de kunstenaar zelf ook het kunstwerk wordt.
&&&&&&&
Over shockerend werk gesproken: ook Egon Schiele heeft zeer sexueel confronterend, haast pornografisch werk gemaakt. Zo komen op de vraag welk soort werk we eigenlijk willen maken, welk soort werk we durven te maken en welk soort werk we durven te laten zien. Ook het `afwijkende' van CocoRosie sluit goed aan op de thematiek van de afgelopen lessen. We komen daar via een schema weer op terug.
[wordt vervolgd]
Thursday, October 15, 2009
Aanvulling 6 oktober: Joshua Bell speelt in een metrostation
Ook nog besproken op 6 oktober: het experiment van de Washington Post (bekende Amerikaanse krant) waarin de beroemde violist Joshua Bell ongeveer drie kwartier speelde in een metrostation. In de ochtendspits.
$$$$$$
Een paar frappante uitkomsten van het experiment:
-van de ongeveer 1000 passanten, blijven er 7 staan om te luisteren, de meesten maar even.
-alle kinderen die voorbijkomen willen blijven staan, maar worden daarin gedwarsboomd door hun begeleider(s).
-Joshua haalt $33 op. Normaal kosten kaartjes voor zijn concerten rond de $100.
Joshua zelf is verbaasd over het feit dat de meesten zelfs doen alsof ze niets horen, terwijl hij met zijn Stradivarius een enorm geluidsvolume maakt. Hij vond het erg zwaar om voor een niet-reagerend publiek te spelen, en kijkt nu weer met meer respect naar straatmuzikanten.
$$$$$$$
Dit experiment laat zien hoe belangrijk het podium is dat je kiest, of dat je tot je beschikking hebt. Vergelijk het met een stapel bakstenen op de vloer in een museum...of een stapel bakstenen op straat.
Joshua Bells normale podium is de concertzaal, waar hij de hemel wordt ingeprezen. In een metrostation is de hoeveelheid tijd en aandacht die men voor hem over heeft ineens te verwaarlozen.
Lees meer in het originele artikel in de Washington Post.
On that Friday in January, those private questions would be answered in an unusually public way. No one knew it, but the fiddler standing against a bare wall outside the Metro in an indoor arcade at the top of the escalators was one of the finest classical musicians in the world, playing some of the most elegant music ever written on one of the most valuable violins ever made. His performance was arranged by The Washington Post as an experiment in context, perception and priorities -- as well as an unblinking assessment of public taste: In a banal setting at an inconvenient time, would beauty transcend?
The musician did not play popular tunes whose familiarity alone might have drawn interest. That was not the test. These were masterpieces that have endured for centuries on their brilliance alone, soaring music befitting the grandeur of cathedrals and concert halls.
The acoustics proved surprisingly kind. Though the arcade is of utilitarian design, a buffer between the Metro escalator and the outdoors, it somehow caught the sound and bounced it back round and resonant. The violin is an instrument that is said to be much like the human voice, and in this musician's masterly hands, it sobbed and laughed and sang -- ecstatic, sorrowful, importuning, adoring, flirtatious, castigating, playful, romancing, merry, triumphal, sumptuous.
So, what do you think happened?
$$$$$$
Een paar frappante uitkomsten van het experiment:
-van de ongeveer 1000 passanten, blijven er 7 staan om te luisteren, de meesten maar even.
-alle kinderen die voorbijkomen willen blijven staan, maar worden daarin gedwarsboomd door hun begeleider(s).
-Joshua haalt $33 op. Normaal kosten kaartjes voor zijn concerten rond de $100.
Joshua zelf is verbaasd over het feit dat de meesten zelfs doen alsof ze niets horen, terwijl hij met zijn Stradivarius een enorm geluidsvolume maakt. Hij vond het erg zwaar om voor een niet-reagerend publiek te spelen, en kijkt nu weer met meer respect naar straatmuzikanten.
$$$$$$$
Dit experiment laat zien hoe belangrijk het podium is dat je kiest, of dat je tot je beschikking hebt. Vergelijk het met een stapel bakstenen op de vloer in een museum...of een stapel bakstenen op straat.
Joshua Bells normale podium is de concertzaal, waar hij de hemel wordt ingeprezen. In een metrostation is de hoeveelheid tijd en aandacht die men voor hem over heeft ineens te verwaarlozen.
Lees meer in het originele artikel in de Washington Post.
Labels:
Joshua Bell,
podium en publiek,
verslag 6 oktober
Subscribe to:
Posts (Atom)