
(klik voor vergroting)

(klik voor vergroting)
Een persoonlijke blog over alles rondom beeldende vormgeving, door beeldend kunstenaar Franka Waaldijk. (De blog is oorspronkelijk gestart in het kader van de lessen Beeld en Wereld -kunstbeschouwing- aan de UNITacademie in Nijmegen).
"Being good in business is the most fascinating kind of art" (Andy Warhol)De quote van Andy Warhol, waar de uitnodiging mee begint, says it all om in goed nederlands te blijven :-). De vertaling luidt:Kom ook naar het symposium Figure THIS! over cultureel ondernemerschap op 27 september in het Arnhemse Posttheater. Een vol en inspirerend programma met workshops, sprekers, lezingen, debat en speedadviezen. Met onder anderen Hendrik Beerda, Arjan van den Born, Martijn Brugman, Paul de Bruijn, Bruno Doedens, Ineke Hans, Hanneke Hendrix, Bart Huydts, Oscar Kocken, Ruud van Meijel, Pascal Rietman, Erna aan de Stegge en Daniëlle Wanders. Wacht niet te lang met aanmelden! Dit kan tot 16 september via onderstaande link: http://www.arnhem.nl/Wonen_en_leven/Kunst_en_cultuur/Figure_THIS/Aanmelden
Zie ook de flyer in de bijlage.
Meer informatie over het programma vind je op www.arnhem.nl/figurethis. Graag tot ziens op 27 september!
Bill Gates is een interessantere kunstenaar dan Vincent van GoghGeachte lezers van deze blog, ik stel jullie de vraag waarom schoonheid (kunst) toch zo'n vies begrip is geworden in Nederland. Het zal niemand verwonderen dat ik zelden onder de indruk ben van Andy Warhols kunst, en nog veel minder van zijn denkbeelden. Kunst en zakendoen gaan soms prima samen, maar soms ook niet. Het zou Van Gogh vandaag de dag even slecht vergaan als 130 jaar geleden.
"Vincent, je moet ondernemen jongen. Gewoon maar wat schilderen, dat is passé. Je hebt een business plan nodig, en met crowd funding en branding kom je misschien in aanmerking voor een culture grant. Nee, nee wat je precies schildert is helemaal niet relevant, jongen. Het gaat om het culturele concept, liefst interactief, met zo veel mogelijk social media en community participation, you dig?"Wat mij irriteert is dat de esthetiek en klassieke vaardigheden die nodig zijn in schilderkunst, tekenkunst en beeldhouwkunst op deze manier worden genegeerd en zelfs gekleineerd. Gelukkig weet iedereen die wel eens een kwast heeft geprobeerd te hanteren hoe moeilijk het is om te schilderen.
We stevenen, vind ik, met de eenzijdige omarming van cultureel ondernemerschap af op: "Kunst is entertainment". Daarover in volgende posts meer.
What happens when they [rich collectors] start making choices for everyone else, by bringing the influence of their own taste into the museum?
Citaat 1: „In Nederland hebben musea de afgelopen twintig jaar nogal de boot gemist als het gaat om het tonen en aankopen van hedendaagse kunst”, zegt Benno Tempel. „Zij hadden moeite met de veranderende kunstwereld. Kijk naar Jeff Koons en Damien Hirst, die zijn door Nederlandse musea niet of pas veel te laat gekocht.” Kreuk: „En dat is nu precies het soort conceptuele kunst waarin ik mij in verdiept heb.” [De taalfout in de laatste zin is van de NRC.]
Citaat 2: „Het gaat mij om de boodschap die een kunstwerk uitdraagt”, zegt Kreuk. „Het hoeft niet alleen een mooi plaatje te zijn, de intentie is het belangrijkst. Een kunstwerk moet prikkelen, ontregelen. En het moet vooruitstrevend zijn. Bij alle aankopen die ik doe, vraag ik mij af: doet dit er over vijf jaar nog steeds toe?”
Citaat 3: Als kunstverzamelaar is hij autodidact, vertelt Kreuk. Hij komt niet uit een artistiek nest, was altijd met zijn bedrijf bezig. Toch heeft hij nooit de behoefte gehad zich door kunstexperts te laten adviseren. „Het is míjn collectie. Ik laat me ook niet leiden door dealers die zeggen: dit móét je kopen. Ik ga vooral op mijn instinct af. Noem het een gut feeling. Ik kan binnen vijf seconden zeggen of iets authentiek is of niet. Dat is voor mij het criterium. Ik moet een kunstwerk niet kunnen associëren met een andere kunstenaar. Dan koop ik het niet.”
Citaat 4. Als een ware ambassadeur zal hij ‘zijn’ kunstenaars promoten. „Zo heb ik Benno Tempel weer enthousiast gemaakt voor Mark Bradford”, lacht Kreuk. Ook wees hij de museumdirecteur op het werk Recollection Hysteria (2012) van de Amerikaanse Kaari Upson, een gekantelde woonkamer uitgevoerd in vleeskleurig latex die perfect zou passen in het Gemeentemuseum. (...) [ik laat enkele zinnen weg] Kreuk: „Het is een echt museaal stuk. Bij mij thuis zou zoiets nooit passen. Ik heb het specifiek voor het Gemeentemuseum gekocht.”
Citaat 5. Inmiddels heeft Kreuk zijn zinnen gezet op een sculptuur van de Canadese kunstenaar David Altmejd. Hij heeft er al een optie op genomen, maar moet binnen een week beslissen. Benno Tempel ziet de aankoop in ieder geval wel zitten. „Dat beeld zou ontzettend mooi aansluiten op het New Babylon-project van Constant uit onze collectie. Ik zie de combinatie al helemaal voor me.”
Not only will this result in a massively larger quantity of good work being produced but, I suspect, a huge difference in the type of work produced. The idea that photography could finally enter the same century as painting in terms of philosophical outlook rather than lagging a hundred years behind excites me greatly. The influx of trained visual artists into photography can only be a good thing.
De afschaffing van CKV als verplicht eindexamenvak zal het aanzien van het vak bij zowel de scholen als de leerlingen verkleinen. Uiteindelijk zal zo de culturele vorming enerzijds en de beeldende vorming anderzijds afnemen in kwaliteit en kwantiteit.
Dit is dubbel schadend. Voor onze maatschappij is beeldtaal een steeds belangrijker onderdeel van de communicatie, niet de geschreven taal. Het kabinet onderschat op een grove manier de invloed van beelden op het maatschappelijk proces. Het voldoende vormen in beeldtaal is zeker niet minder belangrijk dan de vorming in de zogenaamde kernvakken Engels en Nederlands. De vergelijking met Wiskunde laat de laatste zelfs zieltogend achter.
Schrijver dezes, zowel beeldend kunstenaar als wiskundige, durft de stelling aan dat 75% van de middelbare scholieren na afsluiting van hun schoolexamen Wiskunde niet (meer) goed kunnen rekenen. Deze laatste vaardigheid hebben ze wel nodig, wiskunde in het algemeen voor de rest van hun leven nooit meer. Wiskunde wordt derhalve voor de meeste leerlingen volstrekt overtraind, terwijl rekenen en praktisch rekenkundig inzicht ontwikkelen vaak ver achter blijven bij wat de maatschappij echt vraagt.
Vergelijken wij dat met het niveau van beeldende vorming en beeldende ontwikkeling dat nodig is om adequaat de gigantische beeldenstroom die dagelijks op ons wordt afgevuurd te kunnen verwerken, dan kan men toch nauwelijks anders concluderen dan dat deze maatregel maatschappelijk gezien een averechts effect zal hebben.
Temeer wanneer we bedenken dat innovatie (datgene wat Nederland echt heel dringend nodig heeft) niet zonder creativiteit kan. Creativiteit kan (of zou moeten) worden getraind in de beeldende vakken. Denken in plaatjes is een ander type hersenactiviteit dan denken in taal en formules.
Niet onbelangrijk tenslotte is dat culturele vorming raakt aan datgene wat onze maatschappij bindt: onze (diverse) cultuur. Daarom zou ook culturele vorming als vak juist in aanzien moeten stijgen.
De regering geeft met deze maatregel aan dat zij niet in staat is een gedegen probleemanalyse uit te voeren om te bepalen welk onderwijs nodig is voor onze samenleving. Natuurlijk is goed beta-onderwijs belangrijk. Maar het door de strot duwen van nog meer wiskunde ten koste van de minstens zo belangrijke beeldende en cultuurgerichte vakken getuigt van aan blindheid grenzende kortzichtigheid.