Monday, March 9, 2009

Eerste opzet voor de gastlessen Beeld en Wereld

Hieronder een eerste opzet voor de gastlessen, ik zal 1 en ander wel wat netter maken.

vak: beeld & wereld
Tijd: Maart-April 2009
docenten:
Frank Waaldijk en Harmjan Roeles


doelen:

Studenten krijgen inzicht en vaardigheden m.b.t.

- eigen (binnen)wereld in relatie tot de buitenwereld
- eigen motivatie en inspiratie(bronnen)
- innerlijk proces van vormgeving
- eigen sterke kanten en werkpunten
- kunst als communicatie, communicatie over kunst
- kunst in de buitenwereld: waardering, kunstenaars in de maatschappij
- andere kunstenaars, hun inspiraties, moeilijkheden, handicaps.


vorm:

7 a 8 interactieve bijeenkomsten van +/- 5 kwartier, aan de hand van concrete persoonlijke ingangen / ervaringen / (kunst)beleving. In de tijd tussen de bijeenkomsten krijgen studenten de opdracht om voorbeelden te zoeken van dat wat besproken is.

middelen:

Audiovisueel: bijv. een filmpje over Chuck Close (10 min), een foto van een werk van Damien Hirst, andere filmpjes en kunstwerken.

Whiteboard.

Evt. tekenmaterialen, voor diegenen voor wie woorden geen goede ingang zijn.

Aanvullingen welkom, studenten kunnen ook zelf dingen meebrengen.


leidraad:

Algemene leidraad is de relatie tussen binnenwereld en buitenwereld. Een kunstenaar heeft van binnenuit een scheppingsdrang, een behoefte aan vormgeven. Die drang is zo sterk dat de kunstenaar voor een beroep in de beeldende kunst kiest (je kan een parallel trekken met de andere kunsten, daar geldt iets vergelijkbaars). Door vorm te geven, brengt de kunstenaar iets van haar/zijn binnenwereld naar buiten. Daar kunnen anderen in de buitenwereld het kunstwerk zien, en daar brengt het iets teweeg. Omgekeerd brengt de buitenwereld iets teweeg in de binnenwereld van de kunstenaar. Vaak is de buitenwereld een directe inspiratie, zoals bij het schilderen van mensen, dieren, landschappen.

Een kunstenaar heeft dagelijks te maken met zowel binnenwereld als buitenwereld. Waardering voor haar/zijn kunst, zowel positieve als negatieve. De vraag: `Wat wil ik nu echt vormgeven? Waarom ben ik niet in de autobranche gegaan? Wat trek ik me van de reacties aan?’. En veel meer.

hulpdraden:

Een paar kapstokken. Uit de praktische filosofie, een mengeling van oosterse en westerse beschouwing. En uit de voorbeelden van andere kunstenaars, en uit wat de studenten zelf aandragen.

- Ken jezelf
- Sattva, Rajas, Tamas: drie samenwerkende energieën in de natuur, die ook in ieder van ons voorkomen. Maar bij veruit de meesten is 1 van deze energieën dominant, 1 kan redelijk meekomen, en 1 loopt achter. Toch zijn ze alledrie nodig om tot `resultaat’ te komen. Kun je erachter komen welke energie bij jou dominant is? Wat kun je doen om de energie die achterloopt toch ergens vandaan te halen wanneer dat nodig is?
- Biografieën / ideeën / werken van andere kunstenaars (met een opvallende afwijking / talent / handicap / ... hoe vergaat / verging het hun?)
- Kunstenaarsschap gaat vaak samen met `afwijkingen’, geestelijke aandoeningen (blijkt uit gedegen onderzoek), moeite met `normaal doen’... Handicap of noodzaak, kun je je dus afvragen. In hoeverre past een kunstenaar zich aan aan haar/zijn omgeving en omgekeerd? Anders gezegd: hoe `groter’de kunstenaar, hoe meer `afwijkingen’ er meestal in diens persoonlijkheid te vinden zijn.
- Praktische opdrachten. Zoals: let de komende week op of iets je bijzonder raakt. Wat was dat? Zegt dat iets over wat jouw drijfveer is als kunstenaar?

No comments:

Post a Comment